De Bedevaartweg is een straat tussen Eiteren en de Kerspellaan. De straat verwijst naar de bedevaart van vele gelovigen die dagelijks naar de Sint Nicolaas Basiliek komen om te bidden bij Onze Lieve Vrouw van Eiteren Hulp in Nood en daar een kaarsje op te steken.
|
Onze Lieve Vrouw van Eiteren Hulp in Nood Dit notenhouten beeldje is 22 cm hoog. Maria zit op een gekussende hoekige zetel en heeft haar voeten op een verhoging. Op haar hoofd heeft zij een zilveren kroontje met stenen en in de rechterhand een scepter. Het Kind op haar schoot maakt met de rechter hand een zegenend gebaar en laat met zijn andere hand een boek, symbool der wijsheid, op zijn knie rusten. Dit beeldje is een Sedes Sapientiae, zetel van Wijsheid: Jezus, als eeuwige Wijsheid, zit op haar schoot als zijn troon. |
In de katholieke traditie is een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijk genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
|
Mariakapel in de Sint Nicolaasbasiliek |
Het IJsselsteinse beeldje van de Moeder Gods is gevonden door slootgravers in 1310, die het vervolgens aan de pastoor van IJsselstein gaven. De pastoor plaatste het in zijn parochiekerk waar het twee- of driemaal verdween en op de oorspronkelijke plek waar het eens gevonden was, weer werd gevonden. Het was toen duidelijk dat Maria op die plek vereerd wilde worden. Jaarlijks waren er processietochten waarbij leprozen met Lazaruskaarsen en -kleppers meeliepen.
|
Een IJsselsteinse vrouw naait het beeldje in haar kleren. Gebrandschilderd raam in de Sint Nicolaasbasiliek |
Tijdens de beeldenstorm in 1566 heeft een vrome IJsselsteinse vrouw het beeldje Moeder Gods in de voering van haar kleren verstopt en daar enkele jaren mee rondgelopen. Het beeldje heeft het overleefd, maar is waarschijnlijk wel beschadigd geraakt. Daarna is het terecht gekomen in een klooster van de Zuster van de Liefde in Utrecht. Toen één van de zusters heel ernstig ziek werd, werd het beeldje van Maria van Eiteren naar haar slaapzaal gebracht en tot ieders verbazing herstelde de ernstig zieke zuster. De kloosterzusters gaven het beeldje van Maria van Eiteren toen de naam
Hulp in Nood. In 1936 is het beeldje door deken De Grijs terughaald naar IJsselstein. Sindsdien is er weer jaarlijks een
processietocht (
ommedracht) waarbij het beeldje wordt meegedragen door parochianen in historische kledij. In 1986 heeft kardinaal Simonis het Christuskindje op Maria's schoot gekroond.
|
Bedevaartweg - 2009 |