Radio Nederland Wereldomroep (RNW) is opgezet om Nederlandstaligen in het buitenland te voorzien van objectief, onafhankelijk en betrouwbaar nieuws en achtergronden. Een ander belangrijk doel is om van Nederland een realistisch beeld te verspreiden in het buitenland. Daarnaast wil RNW in landen waar de persvrijheid, pluriformiteit of de toegang tot de media beperkt is een belangrijke, betrouwbare informatiebron zijn.
Vanuit deze doelstellingen maakt RNW radio- en televisieprogramma's in 10 verschillende talen: Nederlands, Engels, Frans, Spaans, Portugees, Papiamentu, Sarnami, Chinees, Indonesisch en Arabisch. De programma's zijn te ontvangen via de kortegolf, de satelliet, het internet en duizenden lokale partnerstations.
De geschiedenis van de Nederlandse omroep voor het buitenland begint op 11 maart 1927 met uitzendingen naar Nederlands Indië met de kortegolfzender PCJJ (later: PCJ) van het Philips Laboratorium in Eindhoven. De erkenning voor deze zender kwam op 1 juni 1927 toen Koningin Wilhelmina rechtstreeks de landgenoten kon toepsreken in Oost- en West-Indië. Dit succes was voor Philips aanleiding om samen met de Nederlandse Handelmaatschappij, de Rubber Cultuurmaatschappij en andere bedrijven met belangen in Nederlands Indië een wereldomroep op te richten, de PhOHI (Philips Omroep Holland Indië). De veelal rechtstreekse uitzendingen van de PhOHI begonnen in 1929 vanaf installaties in Huizen.
De regering wilde dat ook de omroepverenigingen zendtijd zouden krijgen op de wereldomroep. De oprichters waren echter tegen verzuiling. Dit leidde tot een zodanig conflict dat de PHOHI in 1930 de uitzendingen staakte. uiteindelijk werd in 1933 overeengekomen, dat de PHOHI een derde deel van haar zendtijd moest afstaan aan de omroepverenigingen en de rest zelf mocht invullen. Deze overeenkomst leidde ertoe dat uiteindelijk alleen de KRO en de VPRO uitzendingen verzorgden, waarbij de VPRO in 1936 wegens geldgebrek de uitzendingen moest staken en de KRO zodoende tot aan de Tweede Wereldoorlog de enige omroep op de zender was.
Op 14 mei 1940 probeerde de Duitse bezetter de 3 zendinstalaties van de PhOHI in Huizen op te blazen. Dat is niet gelukt. Eén zender kon na reparatie weer worden gebruikt en vanaf dat moment werden de utzendingen voor Nederlands Indië verzorgd door de gezamenlijke omroepen. In augustus 1941 werden de uitzendingen weer gestaakt, omdat toen de omroepverenigingen door de bezetter werden opgeheven. Het verzorgen van binnenlandse uitzendingen werd vanaf dat moment opgedragen aan de Rijksradio de Nederlandse Omroep van de NSB.

De Nederlandse regering in ballingschap startte op 28 juli 1940 met Radio Oranje. Twee keer per dag werd via de korte golf een programma van 15 minuten uitgezonden bedoeld als bindmiddel tussen bezet Nederland en de Nederlandse kolonie in Londen. Vanuit de BBC studio’s werd geprobeerd de Duitse propaganda te bestrijden, het vertrouwen in de bevrijding hoog te houden en het vaderland van nieuws te voorzien. Door censuur en amateurisme lukte dat aanvankelijk maar slecht. Toen eind 1942 Radio Oranje fuseerde met de Brandaris, een oorlogszender voor de beroepsvaart, veranderde de toon en lukte het beter het verzet te stimuleren. Ook de 31 keer dat koningin Wilhelmina het volk toesprak als moeder des vaderlands gaven moed aan bezet Nederland.

Radio Oranje won aan betekenis nadat de Duitsers in 1943 een verbod hadden ingesteld op het bezit van een radio. De berichten van Radio Oranje werden namelijk van mond op mond doorgegeven, waardoor het bereik feitelijk groter werd dan daarvoor.

De uitzendingen van Radio Oranje bevatten beschouwingen op het nieuws, maar ook gecodeerde boodschappen voor het verzet in Nederland, bijvoorbeeld over wapenzendingen of sabotageacties.


Na de invasie in Normandië en de geallieerde opmars die volgde, was er al snel behoefte aan nieuws van het continent. Vooral in het najaar van 1944 toen grote delen van zuidelijk Nederland al bevrijd waren. Bij Philips hadden ze tijdens de oorlog in het geheim een radiozender gebouwd met de bedoeling om direct na de bevrijding met uitzendingen te beginnen. Deze zender werd vanaf 3 oktober 1944 in Eindhoven gebruikt voor een nieuwe zender, Radio Herrijzend Nederland. De programma's werden verzorgd door enkele medewerkers van Radio Oranje.




De bevrijding kwam uiteindelijk net te laat voor Radio Oranje. Het bericht over de Duitse overgave bereikte de redactie net nadat de uitzending om half negen was afgesloten. Loe de Jong schreef later: ‘Vijf jaar hadden we op dat nieuws zitten te wachten. Toen het kwam, was het vijf minuten te laat'. Hoewel met de bevrijding het bestaansrecht van Radio Oranje was verdwenen, werd de zender pas in juni 1946 opgeheven.

Op 24 mei 1945 werd het eerste wereldprogramma uitgezonden voor Nederlanders buiten het vaderland. Omdat de eigen zender in de oorlog verwoest was, werd wederom een facilitair beroep gedaan op de BBC. In juli 1945 kreeg de Stichting Radio Nederland in den Overgangstijd de verantwoordelijkheid voor de binnenlandse en buitenlandse uitzendingen. In dit verband moesten ook alle omroepen opereren. Vanaf 13 oktober 1945 wordt het Wereldprogramma weer via de eigen (inmiddels herstelde) zender in Huizen uitgezonden.

De radio was voor de Nederlandse regering in ballingschap van vitaal belang gebleken om contact te houden met het volk. De ervaring met Radio Oranje was daarom voor de regering een belangrijke reden om op 15 april 1947 Radio Nederland Wereldomroep (RNW) op te richten als opvolger van PhOHI. De taak van de RNW werd omschreven als: "het samenstellen en voorbereiden van radioprogramma's die bestemd zijn om buiten de landsgrenzen te worden ontvangen." De radio-uitzendingen in het Nederlands, Indonesisch, Engels en Spaans van de Wereldomroep zijn dan officieel een feit. De zendmasten in Huizen werden uitgebreid met installaties bij Radio Kootwijk en IJsselstein.

Prins Bernhard opende op 2 mei 1960 het zenderpark van Radio Nederland Wereldomroep in IJsselstein. Bij die gelegenheid kreeg hij een boekje met een beschrijving van het complex (Willem Vogt, Zenderpark Wereldomroep, 1960). Dit bijzondere boekje met een rode marokijnen band heeft een patroon van zendmasten en elektriciteitsdraden uitgevoerd met goudstempeling en kleine stukjes wit leer. De voorstelling loopt van het voorplat over in het achterplat.

In 2005 werd een nieuwe zendinstallatie in Flevoland in gebruik genomen en is die bij IJsselstein opgeruimd.

0 reacties: