Televisie is een telecommunicatiesysteem voor het verzenden en ontvangen van bewegende beelden en geluid over afstand. Een televisie of televisietoestel is het apparaat waarmee televisiesignalen worden omgezet in beeld en geluid.
Televisie als systeem dat we nu kennen is gebaseerd op elektronische principes. Dit systeem is echter vooraf gegaan door een techniek die was gebaseerd op een mechanische principes. Deze mechanische systemen zijn bedacht en ontwikkeld door achtereenvolgens Paul Gottlieb Nipkow, Boris Rosing, Vladimir Zworykin en John Logie Baird. De kern van deze systemen werd gevormd door de schijf van Nipkow. Hun werk is echter ook wezenlijk geweest voor de moderne televisie.
De eerste elektronische systemen zijn gebaseerd op de kathodestraalbuis die in 1897 was uitgevonden door door Karl Ferdinand Braun. Het eerste volledig werkende elktronische systeem is in 1927 bedacht door Philo Taylor Farnsworth, toen slechts 14 jaar oud. Op de leeftijd van 21 jaar toonde hij in zijn eigen laboratorium in San Francisco een volledig werkend systeem.
Vladimir Zworykin, een russische immigrant in Amerika, wordt ook vaak genoemd als de utvinder van de elektronische televisie vanwege zijn uitvinding van de iconoscoop (televisiecamera) in 1923 en van de kinescope (televisietoestel) in 1929; zijn ontwerp was één van de eerste met alle eigenschappen van moderne beeldbuizen. In 1936 vond de eerste openbare uitzending plaats.
Vanaf 1935 waren er geregeld televisieuitzendingen in Duitsland, Engeland en Amerika. In Nederland duurde het vanwege zuinigheid van de regering Drees tot 2 oktober 1951 voordat de eerste nationale uitzending plaats kon vinden. Daarvoor waren er sinds 1948 wel experimentele uitzendingen geweest op initiatief en voor rekening van Philips.

0 reacties: