Ratelaar (Rhinanthus) is een plantengeslacht uit de Bremraapfamilie (Orobanchaceae). De planten hebben vierkantige stengels waaraan de bladeren steeds twee aan twee tegenoverelkaar staan. De bladeren zijn lancetvormig tot eirond en de rand ervan is gezaagd. De bloemen zijn plat en geel. Een bloem bestaat uit twee lippen, waarvan de bovenste lip aan weerskanten een blauwe tand heeft. De bloemkelk is rond en vrij plat. Het zaad is rond en bruin en heeft rondom een vliezige rand.
Ratelaar is een halfparasiet. In de winter groeit de wortel al uit en gaat op zoek naar de wortels van andere planten zoals gras of klaver. De plant boort deze aan en haalt hier een gedeelte van zijn voedingstoffen.
Wanneer de plant is uitgebloeid maken de zaden binnen de verdroogde kelkbladen bij beweging een rammelend geluid. Dat verklaart de naam ratelaar van het plantengeslacht.
In Nederland voorkomende ratelaarsoorten zijn de kleine ratelaar, de grote ratelaar en de harige ratelaar.
De Kleine ratelaar (Rhinanthus minor) wordt 10-50 cm hoog en bloeit van mei tot september. De schutbladen zijn donkergroen en hebben driehoekige tanden. De bloemkroon is 1-1,5 cm lang en heeft een open keel. Op de stengel zitten meestal zwarte streepjes.
De grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius of Rhinanthus serotinus) wordt 10-80 cm hoog. Typerend zijn de gele bloemen met de donkerpaarse lip.
De harige ratelaar (Rhinanthus alectorolophus) wordt 20-80 cm hoog en is goed van de grote ratelaar te onderscheiden door de donzige behaarde kelk.

0 reacties: