Morgenster (Tragopogon) is een plantengeslacht uit de composietenfamilie (Asteraceae). Dit geslacht omvat overblijvende en tweejarige kruidachtige planten. Ze hebben een stevige penwortel en veel melksap in de stengel. De bladeren zijn lang en smal, de bloemen zijn meestal geel. Net als bij de paardenbloem groeien de zaden in een pluizenbol, zodat de wind de zaden kan verspreiden.
gele morgenster - tragopogon pratensis
gele morgenster - tragopogon pratensis
vruchtpluis gele morgenster
In Nederland komt in grasland en in wegbermen de Gele morgenster (Tragopogon pratensis) vrij algemeen voor. De enige bloemen die de plant draagt zijn gele lintbloemen. De bloemsteel onder de hoofdjes is iets verdikt. De bloemhoofdjes zijn alleenstaand en bloeien van mei tot juli alleen gedurende zonnige ochtenduren. De omwindselbladen zijn meestal even lang als of langer dan de bloemen. De bladeren zijn grasachtig.
blauwe morgenster - tragopogon porrifolius
blauwe morgenster - tragopogon porrifolius
Vroeger werd de Blauwe morgenster (Tragopogon porrifolius) geteeld om de eetbare wortels. De smaak ervan lijkt op die van oesters. De wortels moeten onder water worden geschild vanwege het kleverige melksap. De plant kan worden gezaaid in maart tot mei, waarna er in oktober tot februari van geoogst kan worden. De harige penwortel (ca. 30 cm) kan alleen in het eerste jaar worden geoogst, omdat deze in het tweede jaar te houtig wordt als ook de bloeiwijzen zich ontwikkelen.
haverwortels
De Blauwe morgenster wordt ook wel paarse morgenster, haverwortel, armeluisasperges, witte schorseneren, oesterplant, boksbaard of keukenmeidenverdriet genoemd. Blauwe morgenster is afkomstig uit Zuid-Europa en komt in Nedeerland sporadisch nog voor langs wegen en dijken.

0 reacties: