De Plaats is al sinds de vorming van het stadje IJsselstein in de Middeleeuwen de marktplaats geweest. Mede door de aanwezigheid van de openbare waterput was het ook de centrale ontmoetingsplaats. Het is zeer waarschijnlijk dat er ook sinds die tijd al een een representatieve bestuurszetel gevestigd was. Zeker is, dat er in 1557 aan De Plaats een stadhuis was dat in dat jaar wegens bouwvalligheid werd afgebroken en dat Prins Willem van Oranje, toentertijd Heer van IJsselstein, toestemming gaf voor de uitgifte van fl. 1.300 aan lijfrenten voor de financiering van een nieuw stadhuis.
Voor dat nieuwe stadhuis werd het aan De Plaats gelegen huis "Lubberthuisken" aangekocht, alsmede een daarachter gelegen kamer "Vingerhoeghen". Het huis moest plaats maken voor het nieuwe stadhuis en het stadsbestuur vestigde zich gedurende de bouw in de kamer "Vingerhoeghen". Met de plaatsing van het horologium (uurwerk) in het houten torentje werd in 1568 de bouw voltooid. Het nieuwe stadhuis voor "Borgemeesteren, Scheepenen en officianten" (ambtenaren) was gebouwd in een statig Hollands-Manieristische stijl met een rechthoekige plattegrond, een hoog zadeldak tussen trapgevels en in het midden een dakruiter. De indeling was geheel volgens het gebruik van die tijd: de begane grond voor het archief, de verdieping voor de raadszaal en de kamers voor de burgemeester en de secretaris. De twee zolders bevatten eveneens archiefruimte.

In 1756, 1802 en 1837/38 is het stadhuis verbouwd. Daarbij zijn onder andere twee dakkapellen met trapgeveltjes verdwenen, evenals het oorspronkelijke bordes. Ook werden de oorspronkelijke kruisvensters met frontons verwijderd en nieuwe kelderlichten geplaatst. Aan het eind van de negentiende eeuw werd de voorgevel grijs gepleisterd.

Tussen 1974 en 1977 heeft het oude stadhuis een ingrijpende restauratie ondergaan waarbij de oude situatie deels is hersteld. Ondermeer werd de pleisterlaag verwijderd. De Empirevensters en het bordes zijn in hun negentiende-eeuwse staat gehandhaafd. Sinds de restauratie heeft het gebouw een representatieve functie voor de gemeente IJsselstein.

Rond 1600 is de waterput op De Plaats vervangen door een waterpomp tegen de westgevel van de stadhuistrap. Later is de pomp verplaatst naar het midden van het plein. Toen de pomp door de openbare watervoorziening overbodig werd is deze in 1940 gesloopt. In 1977 is er voor het raadhuis toch weer een pomp geplaatst om het plein in stijl aan te kleden.

0 reacties: