Tinbergenlaan

Jan Tinbergen (1903-1994), Nederlands eerste econometrist, nobelprijswinnaar



Tinbergen werd geboren op 12 april 1903 in Den Haag. Na de HBS studeerde hij wis- en natuurkunde aan de Universiteit van Leiden. In 1925 studeerde hij af en vervulde zijn vervangende dienstplicht op de administratie van de gevangenis in Rotterdam en op het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in Den Haag. In 1929 promoveerde hij in de natuurkunde met het proefschrift “Minimumproblemen in de natuurkunde en ekonomie”.

Daarna ging hij werken als hoofd van de nieuwe afdeling Conjunctuuronderzoek en wiskundige statistiek van het CBS, waarbij hij zich richtte op onderzoek naar wiskundige en statistische methoden voor het maken van conjunctuurmodellen. Daarnaast was hij vanaf 1931 docent statistiek aan de Universiteit van Amsterdam. In 1933 volgde een aanstelling als buitengewoon hoogleraar in de statistiek en hogere wiskunde aan de Nederlandsche Handels-hoogeschool in Rotterdam.

In 1931 was Jan Tinbergen samen met Ragnar Frisch en anderen oprichter van de Econometric Society om gezamenlijk economische problemen te bestuderen met behulp van statistische methoden. In 1934 werkte hij mee aan het Plan van de Arbeid van de SDAP, waarvan hij sinds 1923 lid was. Dit plan was bedoeld om de crisis te bestrijden door te investeren in de industrie, de handelsvloot, stadsvernieuwing en openbare werken zoals verbetering van het wegennet. Het plan werd echter door de andere politieke partijen afgewezen.

In 1936 publiceerde Tinbergen het eerste macro-economische model van Nederland. Tijdens WOII hield hij zich met enkele Leidse hoogleraren bezig met de vraag hoe Nederland er na de oorlog uit zou moeten zien. In 1945 werd hij de eerste directeur van het nieuw opgerichte Centraal Planbureau.

Tien jaar later verliet hij het CBS en werd hij voor een jaar gasthoogleraar aan Harvard University. Daarna doceerde hij ontwikkelingseconomie aan Nederlandsche Economische Hogeschool in Roterdam (de opvolger van de Nederlandsche Handels-hoogeschool) en ontwikkelde hij zich als adviseur voor o.a. de regeringen van Indonesië en Suriname.

Van 1966 tot 1972 was Tinbergen verbonden aan een commissie van de Verenigde Naties om een internationale ontwikkelingsstrategie op te stellen. De commissie adviseerde onder andere dat er werkgelegenheid gecreëerd zou moeten worden in de landbouw en bouw, dat ontwikkelingslanden meer zouden moeten samenwerken en dat rijke landen één procent van hun bruto nationaal product aan ontwikkelingshulp zouden moeten spenderen. Het voorstel werd weggestemd.

Voor de Club van Rome schreef hij mee aan een rapport over een rechtvaardiger wereldorde. Die nieuwe orde zou gebaseerd moeten zijn op samenwerking en de oprichting van een wereldregering.

In 1969 ontving hij, samen met Ragnar Frisch, de eerste Nobelprijs voor economie voor zijn onderzoek naar en ontwikkeling van kwantitatieve modellen in de economie. Jan Tinbergen zag econometrie nooit als een doel op zich, maar als een hulpmiddel om de economische werkelijkheid in kaart te brengen.

Tinbergen overleed op 9 juni 1994.

0 reacties: